Arsenaal. Jaargang 4(1948)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Sonnet Verzadigd van de zon der zwoele zuiderstreken keren de vogels op hun vlugge vlerken weer naar 't land van herkomst waar hun zang nog lang en teer zal van verloren droom en nieuwe hunker spreken. Nog is het vonkend vuur niet uit hun oog geweken en vindt ontlading in hun kreten keer op keer. Zij zullen op de mist van deze klamme sfeer voorwaar niet wachten vooraleer weer op te breken. Zo blijf ik ook naar uwen gloed verlangen, waarvan ik eens de doem heb ondergaan, een zomeravond, die vervuld was van gezangen. In overmoed meende ik met u te kunnen breken om zonder u mijn eigen weg te gaan. Doch sedert is uw beeld nog niet uit mij geweken. Frans Machtelinckx Vorige Volgende