Arsenaal. Jaargang 4(1948)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende De nacht De nacht... De regen aan het raam, en stil twee zware, dorre handen. 't Papier met moeders dode naam, waarop twee donkre ogen branden. Een bonzend hart... Een mond vol pijn. Een dode bloem door 't licht beschenen. Een halve roemer rode wijn. Een dronken man die niet kan wenen Een klok slaat plotsling middernacht en buiten huilen bange honden. Een dronken man die huivrend wacht. De klok tikt dieper in de wonden. Een deur slaat open en weer toe. Een groet. Een wedergroet, geruchten. Een bed. Een vrouw. Een man zoekt moe haar schoot, maar kan zijn leed niet vluchten. Pieter Aerts Vorige Volgende