Arsenaal. Jaargang 4(1948)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Nedervaart Geluk, 'k zocht u ten laatste in een donk're kroeg, - een koele voornacht na een schroeiend zoeken - waar ik mij over 't grootste van mijn reis bekloeg, van 't dwalen moe en 't mijm'ren bij mijn boeken. Want grijpen wou ik u, geluk, voorgoed, totaal, om 't even waar gij wijlt, maar niet op aarde: achter een ster, een zomerwolk, een zonnestraal, daar ik slechts wanhoop en berouw ervaarde. En 'k hield u vast, geluk, ontheven aan de tijd, ofschoon gij ersatz schonkt voor mijn betrachten: een schemerlamp, een donk're fles, een blonde meid, en 'k vroeg dat 't zo zou zijn in al mijn nachten. En 'k bad er koortsig: ‘Laat mij doodgaan, sla mij neer of laat mij steeds opnieuw dit spel beginnen!’ In elke vezel voeld' ik echter 't zelfde zeer omdat ik God niet vond om te beminnen... Remi Boeckaert Vorige Volgende