Arsenaal. Jaargang 3(1947)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 272] [p. 272] De korte Reis Ik heb aan rust verzaakt en heb om rust gebeden; ik zwierf op luttel dagen duizend mijlen ver, maar welke grond ik ook verbeten heb betreden mijn blik bleef strak omhoog gericht tot d'avondster... Zo liep ik immer voort en trok door vele landen met in mijn oog een vraag en in mijn hart een pijn, en in mijn geest, 't besef van eens te zullen stranden waar mens noch dier noch plant, waar enkel ‘'t niet’ zou zijn. Het is niet naar de dood dat ik mijn schreden richtte al moeten wij die weg in 't leven allen gaan, het was voor 't leven zelf dat ik, de zwakke, zwichtte al had ik meer dan ooit des levens roep verstaan. Mij bleef alleen de ster als gids en als vertrouwde, totdat ze bleker werd en doofde langzaam uit... Ik ging de weg terug, ik die op drijfzand bouwde en schonk 't bestaan mijn ziel: tot speelbal en tot buit. Willy Biliet. Vorige Volgende