der de ogen van zijn beulen zelfmoord. De vijftienjarige François is te zwak om het geheim te bewaren, doch Sorbier laat hem niet de kans een verrader te worden en wurgt hem. Intussen mag Jean ongestoord het huis verlaten en kan hij zijn verre makkers verwittigen. Weer zullen de folteringen van de drie overlevenden nutteloos zijn Men stelt hen voor het laatst de vraag. De weigering van het antwoord kost hen de dood. Als ze spreken doen ze geen kwaad meer aan Jean of zijn makkers. Lucie verkiest de dood boven een nederlaag in de ogen van haar verkrachters, Canoris echter wil niet sterven zonder reden. Hij spreekt. De drie gevangenen denken te zullen worden gelost, op dat ogenblik echter schiet de cynische milicien Pellerin hen neer.
Noch het voortdurend vooruitzetten van filosofische stellingen (niet uitgewerkt in ellenlange monologen, doch doodgewoon uit de handeling oprijzend) noch de sombere, door het thema zelf aangegeven atmosfeer beletten de schrijver een vlot toneelspel te leveren met levensechte personages. De nuchtere Canoris, de hartstochtelijke François, de twijfelende Jean, de door het leven gebroken maar tevens geharde Lucie, de cynische Pellerin, de wrede en toch nog menselijke milicien-leider, allen zijn het onvergetelijke figuren.
Heel wat luchtiger van toon is ‘La p... respectueuse’, in feite een zeer scherpe satyre op de Amerikaanse ‘democratie’, die zowel het raccisme (in de tegenstelling blanken-negers) als het kapitalisme koestert. Ook hier weer geen spreekbeurt ter verdediging van een bepaalde stelling, doch een rasecht toneelwerk met zeldzaam diepe karakterontledingen. Wat de filosofie betreft loopt de lijn van ‘Les Morts sans sépulture’ verder in ‘La Putain’.
In het eerste stuk immers kregen we de mensen voor het probleem van de nutteloze dood (het fameuze existensialistische ogenblik van de wanhoop) met logischerwijze de vraag van het al dan niet dienstbaar zijn van het individu. In het tweede zien we de mens die zich dienstbaar maken wil door zijn strijd voor de gerechtigheid (hier door een aanval op bepaalde wantoestanden).
Het kabaal dat men, naar het schijnt, te Parijs rond beide stukken maakte begrijpen we eerlijk gezegd niet heel goed. Tenware het uitging van zekere middens die het na de bevrijding veiliger vonden te zwijgen, doch zich thans stilaan weer beginnen te roeren, of van deze die thans met hen solidair zijn.
Wat er ook van zij: Jean Paul Sartre heeft de toneelliteratuur verrijkt met twee werken die onze eeuw en waarschijnlijk ook het existensialisme lang zullen overleven.