Arsenaal. Jaargang 3(1947)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 228] [p. 228] Niemandsland Verlost ben ik van elke strijd en hunker, de plannen, die 'k ontwierp, heb ik verbrand. Zie naar mijn grijze, stukgeschoten bunker en 't witte vaandel er voorgoed geplant. En 'k rouw niet om 't verlies dat ik moet lijden, van mij hoort g' aan 't geluk geen nieuw verzoek. 'k Zal als een luiaard lam mijn benen spreiden, geen lach ontvalt mijn mond meer en geen vloek. Want beter is het vruchte'loos te verdorren of zwijgend als een sfinx versteend te zijn. 't Geluk kan 'k niet bevechten zonder morren, ik krijg als buit er van alleen de schijn. 'k Schik mij reeds goed in dit vervlakkend leven. 'k Ben nergens beter dan in Niemandsland. 'k Wil elke hoop vergeten, al mijn streven, en 'k sluit mijn ogen als d'illusie brandt. Remi Boeckaert. Vorige Volgende