Arsenaal. Jaargang 3(1947)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Droom van Gisteren Toen zij zacht binnenkwam zoals altijd, de thee neerzette met wat dwarrelwoorden, was het, alsof ze plots weer bij me hoorde en het versmalde uitzicht werd verwijd: ze ging alweer en zij beslechtte 't pleit; ik speelde wat met de gordijnenkoorden, maar zij deed heel gewoon en zij verstoorde de houding die ik juist had voorbereid. En ik, die steeds het land had aan cliché, herlas het laatste wat zij had geschreven: ‘bij mij is 't afgedaan; je moet vergeven.’ Ik ben de bal: verlangen speelt ermee, 'k ben uitgerold maar soms verroer ik even: wat zou ze doen, denk ik bij koude thee. MICHEL VAN DER PLAS Vorige Volgende