Ondanks mijn oprechte vrees sommige lezers in hun persoonlijke voorkeur te krenken, aarzel ik evenwel niet hier op het goed valle uit enkele namen te citeeren. Het heeft niets met beeldenstormersinstincten te maken, doch alleen met de behoefte om de intrensieke waarde der echte literatuur recht te laten wedervaren. Ik denk aan het rammelende, grootendeels uit pseudo-wetenschap, mystificaties en brutale plagiaten opgebouwde San-Michele van Axel Munthe, aan Via Mala van John Knittel, aan Dit Was Leven, den fantaisistischen Rubensroman van von Harsany, aan Gone with the Wind, aan... Ach, waarom de reeks voortzetten? Werp slechts een blik in de uitstalling van om het even welken boekhandel en de titels zult ge er te grabbel vinden... In deze categorie dan hoort ook Heer Alexius thuis, een boek met gewilde diepte, met gezochte complicaties en peripetieën, archeologische overladenheid, vrij goedkoope sentimentaliteit en behoefte aan het oppervlakkig heroïsche, daar waar het eenvoudig menschelijke ruim zou volstaan. Een boek ook, gegrondvest op uiterlijke effecten, zonder dat de kern, de innerlijke wezenlijkheid der dingen wordt aangeroerd, een werk, dat u onwillekeurig de berekening doet maken hoeveel deze dicht beschreven vellen den schrijver wel op zijn bankrekening hebben gebracht. Stellig, ik weet heel goed, dat het weinig stichtelijke nevenbeschouwingen zijn, doch ontkom niet aan den pijnlijken indruk, dat dergelijke overwegingen voor den schrijver van een succesboek, een best-seller hoofdzaak zijn. En indien ik besluit met de vaststelling, dat men met een soortgelijken roman zijn tijd verliest, is het niet, omdat er hier en daar geen interessante dingen in zouden te vinden zijn, een paar scherp geteekende types, eenige niet onaardige atmosferische beschrijvingen, op sommige plaatsen zelfs een teer vrouwelijk profiel, - wal al veel waard is. Maar ik denk aan
den tijd, die door de lezing van een soortgelijk verhaal verslonden wordt, den tijd, dien men als lezer zôó goed gebruiken kan, wil men zelfs slechts met het duizendste deel kennis maken van wat de wereld- en de eigen literatuur aan betere romans biedt, waarin we niet alleen den mensch in zijn geheele volledigheid van droom en daad leeren kennen, doch waarin we bovendien ons zelf weerspiegeld zien en ook zelf vollediger en dieper mensch leeren worden. En hebt gij voorloopig nog een hekel aan de klassieken, die ge op school misschien door dorre filologen hebt zien ontluisteren, dan zeg ik u in gemoede: lees de eigen levende Vlaamsche romanciers, lees de jongerentijdschriften, lees van Schendel, lees Simon Vestdyk, lees ook Jules Romains en Georges Duhamel, lees Charles Morgan of Huxley, lees de zoo lang verboden Stefan Zweig en Thomas Mann. En verbeuzel uw tijd niet met de demi-mondaines der literatuur, ook al trachten ze u door hun schijngeleerdheid, hun verleidelijk