Arsenaal. Jaargang 2(1946)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Ontmoeting na scheiding. Dien morgen vond ik hun kelken gebroken, door woeste winden verslagen in het gras. Wij beiden wisten: onze liefde was, toen deze bloemen bloeiden, ook ontloken. Gij hebt een stonde uw goudoogen geloken om een trage pijn, die schrijnend was in u ontstaan. Ach, menschenliefde, hoe ras wordt gij, als kelken in den wind, gebroken? Een poos bleef 't stil. Er werd geen woord gesproken, maar weenend heb ik u, mijn kind, verstaan, vol schoonen weemoed in mijn arm gedoken. Toen hieft gij de oogen, zaagt mij spraakloos aan. Die hebben 't ongesproken woord versproken: dat wij weer samen door dit leven gaan. Albert de Longie. Vorige Volgende