Arsenaal. Jaargang 2

[p. 339]

Belijdenis.

Ik ben een doove ketter, oud van dagen;
'k geloof alleen aan eigen kracht, en 'k vloek
op alles - wat dit weten komt belagen -
zooals op een vergeeld gebedenboek.

Soms toch, in lange, stille winternachten,
als alles koud en bar schijnt, (ook mijn geest)
keer ik terug, tot verworpen gedachten
en wat eens sterk en levend is geweest.

Dan vliedt mijn denken door vervlogen tijden;
'k hoor den tik-tak der klok niet, om mij heen...
en 'k verdoem alles - ook mijn smart of lijden -
tot mijn eigen twijfelen zeggend: neen!

Leo Meersseman.