Arsenaal. Jaargang 2

De dagslaper.

Een nieuwe wereld, nieuwe mensen,
'k zou werken voor een grote zaak;
ik stikte haast van vrome wensen
maar ik begon nooit met m'n taak.
'k had in het leven duizend plannen
waarvan ik niets heb thuisgebracht,
'k heb zachtjes-aan de boog ontspannen
en ik ging slapen vóór de nacht.

Je zult het niet in kranten lezen,
't wordt niet meer als een kwaad beschouwd,
zovelen deden het voordeze
en hebben het zich nooit berouwd;
maar ik kan nu niet langer zwijgen:
ik heb een schelmerij volbracht
want wist een zwerver dood te krijgen
en ik ging slapen vóór de nacht.

Straks wordt me wijselijk verweten
dat ik niet dank voor het geluk,
en toont men honend m'n geweten
omdat ik het niet onderdruk.
Conventies houden me gebonden,
terwijl de verte lokkend lacht:
ik dacht het paradijs gevonden
en ik ging slapen vóór de nacht.

M'n droom verzette reuzenbergen,
doch wetten hadden groter macht:
ik werd een dwerg onder de dwergen
en ik ging slapen vóór de nacht.

Paul Berkenman.