Arsenaal. Jaargang 2
(1946)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 338]
| |
Dan stilte is en alles wordt het wonder,
Dat zich ontkleedt tot het in reinheid staat,
Doch 't reine duikt niet in het wonder onder,
Maar 't wonder, rijzend, over 't reine gaat
En 't schoon in aangevoelde schoonheid baadt;
Wijl God - in t leven in zich zelf herrezen,
In helle glorie, die zichzelf beschijnt -
Opspieglend in d'extase van het wezen,
Dat door den toets des Meesters werd verfijnd,
Zijn eigen ziet in eindigheid gelijnd.
A.H.K. Sanderozen.
|
|