Arsenaal. Jaargang 2(1946)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Gevooisde stem... Gevooisde stem, die uit den aether daalt en in de zalen van mijn hart komt zingen, die vreemd mijn ziel en vlees weet te doordringen en ze doorzijpelt en ze mild doorstraalt, gij die uit niets de warmste tonen haalt en gloed verwekt in 't lijf, dat dreigt te springen, zo machtig als een zee van zegeningen, nu wild, dan zoet, maar die steeds zegepraalt, wil toch voorgoed dit dorstig hart bewonen, o Orpheus diep in mij, betover me geheel, en dat ik elke klank tot in zijn oorsprong deel en als een ver geheim over mijn ziel laat tronen, o dwingende muziek, mystiek gestreel, want eeuwig leeft men van uw orgeltonen. Erik van Ruysbeek. Vorige Volgende