Arsenaal. Jaargang 2(1946)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 293] [p. 293] Akte van berouw. Nu breekt de lente door in alle dingen: de voog'len zingen in 't nabije bosch, een bloem zal in een weide openspringen. doch uit mijn hart geraakt de schuld niet los. Nu walmt de wierook van gedroogde kruiden, mijn oogen branden van een hel festijn en van uw lente hoor ik de geluiden, doch ik zal eenzaam als des winters zijn en vreemd en als verloren in de weiden zacht drijven op de golven van uw lied, want van de onrust kan ik mij niet scheiden, daa[r] gij veel dieper dan mijn oogen ziet. Tony van Putte. Vorige Volgende