Arsenaal. Jaargang 2(1946)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Ballade van velen. 'k Werd zonder kroon of eer geboren en heb er me geen aangeschaft. M'n daden? 'k Heb soms luid geblaft en liet de dingen als te voren. Dat veel verlangens gauw verzwinden is iets waaraan ik moeilijk wen - waarom ik nog geen stakkerd ben: je zult er velen armer vinden. Uit liefde heb ik soms gesproken, een ander maal was ik te laf, soms scheepten me de vrouwen af, soms heb ik zelf m'n woord gebroken. Aan allen die me eens beminden, of die ik zelf heb lief gehad: geen wee om wat je nooit bezat, je zult er velen beter vinden. Ik heb 't rechtvaardig deel gekregen van al de schatten die ik vroeg en zo ik al eens vloekt' of kloeg er is daar weinig aan gelegen: ik voel me vorst in 't rijk der blinden omdat ik nog één oog bezit. Ik ben geen mens die dagen vit, je zult er velen droever vinden. [pagina 253] [p. 253] Prins Jezus, die geen lauwen minde, wanneer je oordeelt na het graf laat mij er dan goedkoop van af: je zult er velen 't zelfde vinden. Paul Berkenman. Vorige Volgende