Arsenaal. Jaargang 2
(1946)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVoor een HoefsmidZijn leven lang heeft hij het ijzer week geslagen
tot paardenhoeven, poorten, hekken ende sloten.
Pas toen zijn huid verbruind was door het werk der dagen
heeft men zijn kille lijk naar 't graf te week gedragen,
wijl God voor zijne ziel het Rustoord heeft ontsloten.
| |
Voor een SmokkelaarsterDat Gods gena nu milder zij
voor haar, die door des levens tij
ons knollen voor citroenen wou
verkopen! Bezoeker, rouw
toch niet om deze vrouw!
| |
Voor een SoldaatDeze terp, met helm en kruis,
dekt een onbekend soldaat.
Niet de Liefde, maar de Haat
joeg hem weg van haard en huis.
| |
[pagina 207]
| |
Voor mijn tweede ikHier werd begraven met veel rouw
de weerhelft van mijn wett'ge vrouw.
Mijn kindren hebben bij den put gestaan
getuigende: hij kwam dit pad gegaan
al dichtende vanaf zijn prille jeugd
tot veler spot en veler vreugd.
Leve zijn geest met licht en bloemen samen
bij God doorheen den tijd der eeuwen. Amen.
Juliaan Haest.
|
|