Arsenaal. Jaargang 2

Wroeging.

Ik wil geen mensendoder zijn,
geen moordenaar van zwakken worden,
geen vechter met beneveld brein
van deze soldateske horden,

die dwaasweg, in dit wreed festijn
van bloed en lijken gek geworden,
de vrouwen nemen als domein
en grijsaards neerslaan als zij morden...

Waar ligt de weg die ik moet volgen?
Ik deins terug voor de gevolgen
van een barbaars gehoorzaam-zijn.

...'t Klaroen heeft reeds 't appel geblazen...
- Wat zit ik hier versuft te dazen?
Mijn plicht is slechts: soldaat te zijn.

Jan de Brugghenaere.