Arsenaal. Jaargang 2(1946)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Carcassonne. 't Was nacht toen we in de stadskom binnenreden en bij het park de Chevrolets parkeerden; we gingen ons in 't donker wat vertreden, terwijl we uit oog en lijf veel loomheid weerden. Na we in een laat café vluchtig dineerden, zijn we gaan rusten - zonder ons te ontkleden - op de autoplanken, - alsof dàt ons deerde, want één na één zijn we in een droom vergleden! En 's morgens vroeg zijn we dan weer vertrokken. Veel jongens sliepen nog - traag week het duister - Maar 't was of ze allen plots heel wakker schrokken: Want boven op de berg, vol rossig zonne- licht, triomfeerde in middeleeuwse luister, het gulden sprookjesslot van Carcassonne... Jan de Brugghenaere. Vorige Volgende