Arsenaal. Jaargang 1
(1945)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 387]
| |
De menschen van 't kantoortje hebben met hun moppen
Die blanke schemering gedood. 'k Heb het gevoeld
Toen ik een nacht met gladde hoeren heb geboeid.
Ik haat hun blauwe lach en hunne gele koppen.
Ik wil niet dat, omheen mijn mond de drift zou kwijlen...
Eens streefde ik naar 't leven als naar zon,
Ik heb gevoeld hoe 't schrijnend schroeien kon.
Straks stort ik weer in 't schemerige, rustig-ijle.
Joris Dillen.
|
|