Arsenaal. Jaargang 1(1945)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Het gemis. Dit is het land, waar wij elkaar ontmoeten. Ik sta en wacht en weet mij wel op tijd. In elken boom wil ik de vogels groeten; dan wordt het laat, misschien heb ik wel spijt. Dan zegt men maar: gij waart reeds lang vertrokken naar stille verten, waar de koekoek riep. Mij rest uw naam, uw beeld, een klosje lokken, een zoete droom waarin ik mij versliep. Dit is weer al, ik wil er niet om treuren. 't Is kermisdag. Ik hoor, men speelt nog swing. Mijn laatsten nacht wil ik om niets verbeuren, ik heb nog geld en ken een aardig' ding. In elken zoen wil ik wat armoe smaken en elk gelaat, dat mij niet teeder is, wil ik toch lang in deze handen kraken, omdat ik voel hoe ik hier alles mis. Tony van Putte. Vorige Volgende