Arsenaal. Jaargang 1(1945)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Het nieuwe samenzijn. Thans rust gij weder, Vrouwe, in mijn armen, Gij, die mijn leven bondt aan mate en getal, en zijt Gij weg, ik zoek, ik zoek U overal, al kwetst me vaak Uw zacht en zoet erbarmen. 'k Ben maar een mensch, een nietig kleine en arme, die als een vogel immer uit zijn aardsche dal zich heft met strakken zwingenslag en zingen zal 't gebroken lied van Liefde en erbarmen. Tot hij naar de aarde valt. Zoo ik in Uwe armen, wijl zonder U mijn leven leeg en doelloos is... [pagina 343] [p. 343] Slechts aan Uw hart en dat van 't kind kan ik me warmen, Gelukkig zijn gelijk een argelooze visch, die speelt en huppelt in den zilvren zonneschijn op eene heldere en eenzame fontein. Albert de Longie. Vorige Volgende