Arsenaal. Jaargang 1(1945)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende De pelgrim. Hij was de moede pelgrim naar het land van zijn verlangen. De rusteloosheid was, als 't stof der wegen op zijn kleed, in iedre groeve van zijn honger-aangezicht gehangen, en beet, de gele kleur erin, als van verzurend zweet. De hooge wolkenhemels, noch de rijpende landouwen, het land der bergen, noch de gele duinen aan de zee, vermochten ooit zijn zwervens-moede leden te weerhouen. Bij dage wrong hem onrust, en bij nacht bekroop hem 't wee. Maar nergens vond hij 't land, dat hij in droomen had zien bloeien, en niemand die het vragen van zijn blikken antwoord gaf. De vlammen in zijn oogen gingen star en somber gloeien, vreemd-zwijgend wendden allen 't hoofd van zijn verschijning af. Tot op een dag, het heimwee door een paar diep-donkere oogen uit hem gedronken werd. Doorheen hun stralen glom een kim van het vermoede land. Dan is zijn hoofd tot hààr gebogen, en brak zijn hard gelaat ineen tot vredig-matten glim. Clement Cusse. Vorige Volgende