Arsenaal. Jaargang 1(1945)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 286] [p. 286] Rust. Thans rust uw blik in blauwe verte uit, o lieve vrouwe met het zachtst gelaat, die telken morgen, als de zon op staat met lach en liefde mijnen dag inluidt. Gij rust: de vooglen zingen eens zoo luid, de zonne bliksemt op de heete straat. Gij weet hoe elke bloei tot vrucht vergaat en welk geluk dit voor een vrouw beduidt. En plots, een knaap windt om uw hals zijn arm. Gij voelt zijn wang aan uwe wang zoo warm en door uw hart slaan stroomen van genot. Wij beiden, vrouwe, maakten zijn gelaat, waaruit dit teeder licht vol luister gaat, op het gebod zelf van den liefdegod. Albert de Longie. Vorige Volgende