Arsenaal. Jaargang 1(1945)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Bekentenis. Geen boek zij u een zelfverloochner biecht, Dan die paar grepen uit mijn klein gebeuren, Lijk door, van nijd en haat gebarsten, scheuren In 't wolkendek neertuimelt avondlicht. Zoo zieklijk bleek die onomlijnde kleuren, Waarop de ziel in uiterst aadming ligt, Vôôr 't harde glanzen van Gods vreemd gezicht, Dat niet één dankbre dankbaarheid laat speuren. [pagina 242] [p. 242] Ik heb geen kunst tot biechten aangewend, Mij is al lijden lijk een ingeboren En heesch gebral, dat alle schoonheid schendt; Ik schreef dit boek niet tot mijn eigen gloren, Maar heb het tastend, zoekend neergepend, Daar waar ik HAAR in mijne ziel kon hooren. Robert-J. de Namur. Vorige Volgende