Arsenaal. Jaargang 1(1945)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Luchtkasteel. Kom naast me staan en zie: dit is de woon waarin ik jou en mij wil samendromen. Daar ligt de hof met ooftbeladen bomen; daar is de deur, het hek. Is het niet schoon? Lacht door dit raam geen hemel van beloften, Een warme stoof, een tafel blankgedekt? Weet gij, als deze wei met sneeuw bedekt, een rode koe op stal met sterke schoften? Er is nog veel. Het zachte blanke bed. De almanak waar we de dagen tellen. En kunt ge goed het oud gewaad herstellen? Wordt in die vaas geen witte roos gezet? [pagina 241] [p. 241] Kom naast me staan en zie: dit is de woon waarheen ons deze kalme weg zal leiden. Daarachter komt ons niemand-niemand scheiden. Nu gaan we bei. O God, nu wordt het schoon! Jan Meirhaeghe. Vorige Volgende