Arsenaal. Jaargang 1(1945)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Ontwaken. De morgen hijscht de vlag met licht- en zongeschal En wekt in klankenval de waas-omsloten berken... Mijn hart is hier, mijn hart is daar, 't is overal, 't Stijgt juichend naar de zon op zuiver witte vlerken. Laat komen nu de pijn van wegend, weeë dagen: Ik heb aan boord een lied, de lente en nieuwe zon, De oneind'ge verten, die terug in wellust dragen, Wat aardsch of wulpsche drift me nimmer geven kon... En nu te stijgen, hoog te stijgen, nooit te wijlen In de gebondenheid van uur en dag en jaar; Maar verre weg te gaan, ontelbre duizend mijlen, waar ik in 't eeuwig licht me blind en moede staar... René Van Meirhaeghe. Vorige Volgende