Arsenaal. Jaargang 1(1945)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende 3de Statie. Eerste val van Jezus. Het kan geen vallen zijn, wanneer de val doet stijgen: de drang naar nieuwe daad die nieuwe smarte brengt, wijl in het bonzend hart de stemme niet wil zwijgen die leert hoe men Zijn bloed tot offerande plengt. O val die rijzen voedt tot boven elke hinder, die menschheid op zijn weg van liefde en lijden plant: bereidt men hier Zijn dood, het leven wacht Hem ginder waar dood in Leven stroomt en 't licht der eeuwen brandt. Ravijnen gapen diep voor wie hun bodems vreezen. Hij kent van elk ravijn de diepte van den grond. Wie zich in d'afgrond stort heeft vaak zijn durf bewezen, doch durven is slechts daad van wie geen liefde vond. Geen durven draagt Zijn daad, O liefde die geen daden van durf noch wagen baart in uwen blanken schoot. Heeft menschheid op Zijn rug de zwaarste vracht geladen; alleen de zwaarste vracht is liefde's beste brood. En wie dit brood verteert zal naar geen honing vragen: O zoetheid van de daad in dezen schoot gegroeid. - Tot aan den horizont kan Hij het kruishout dragen! - Wie zôô ter kimme gaat is eigen wil ontgroeid. - [pagina 234] [p. 234] Dan slaat een val geen paal waar hij zijn tocht zal zwenken. Het eeuwig liefdelied juicht eeuwig in Hem voort! Waar men Hem lijden brengt, daar zal Hij liefde schenken, en iedre vloek voor Hem, blijft een vergeven woord; en elke nieuwe pijn die in Zijn vleesch komt dringen, en ieder nieuwe stuip of verschgeslagen wond doet in Zijn rein gemoed een nieuwe hymne zingen, al knielt Hij, door den val schier zwijmelend ten grond. Doch, als de hemel roept kan de aarde niet bekoren: O zwoegendschoone stroom, voor aardsche schoonheid blind, zingt gij uw kreunend lied, dat slechts de bergen hooren, tot gij in moeder zee de ware schoonheid vindt. Was dan dit kreunen klein? - O weemoed om dit Eene, dat Schoone dat alleen in God te vinden is. O kreun maar groote stroom, al is uw lied een weenen: Wie weent om God alleen draagt schoone droefenis. En Jezus kreunt geknield. Geknield is niet verloren! Zijn zee beluistert 't lied dat bruist in Zijn gemoed. O luisterende zee, die gansch het lied wil hooren! En Jezus heft het kruis, het einde tegemoet. K. Dekandelaere. Vorige Volgende