plaats. Op de helling, in een landschap van tuinen, glanst in de zon een witte villa, die ook de roerigste badgasten met eerbied en liefde bezoeken: ‘Dom Ostrovskovo’, de villa van Ostrovski. Je bereikt hem langs een zandweg, door het hek kom je in een tuin vol bloemen en met boomgaarden, een grote, mooie, moderne villa rijst er uit op. Van op het terras, tussen de cypressen door, zie je de zee zwart-zilver schitteren. Is het van het hevige licht dat de ogen van het Russiese groepje een beetje vochtig worden? Met kinderlike trots zegt éen: dat is 't huis dat Nikolai Alexeiëvitsj door de Regering werd geschonken, uit dank voor zijn werk en om zijn laatste lijdensjaren te verzachten; zijn oude moedertje woont er nog, met enkele familieleden; ze hebben er na zijn dood een museum van gemaakt... We staan in de vestibule, alle gezichten staan strak, de stemmen verfluisteren, maar de ogen glanzen nu nog dieper terwijl ze de verschillende kamers in zich opnemen, het witte borstbeeld zwijgend groeten, zich devoot buigen over de vele kleine herinneringen aan de grote dode, arme, ontroerende snippers uit zijn heroiese leven en werk...
Nikolai Ostrovski werd in 1904 in Oekraina geboren en stierf in 1936 te Moscou. Als kind van arme ouders moest hij