Arsenaal. Jaargang 1(1945)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 154] [p. 154] Grooten. De grooten komen steeds te vroeg op aarde: die wereld is voor hun nog niet bereid, de mensch bevroedt niet eens hun reine waarde, en kunstenaars, ze komen vôôr hun tijd. En wat hun ziel aan godlijk schoon vergaarde, ze geven 't al in liefde en eeuwigheid; maar 't menschdom - dat een grooter mensch nooit spaarde - verguist hun leven en hun werk-uit nijd. En als hun hart is uitgebloed (hoe rood is 't bloed van groote harten), als voltrokken is de aardsche doodengang en zij vertrokken, dan plots begrijpt het volk wat was hun leven, dan worden ze tot held, tot God verheven. Ja, grooten worden goden-nà hun dood. Jan de Brugghenaere. Vorige Volgende