Arsenaal. Jaargang 1(1945)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende De kunstenaar. De kunstenaar gelijkt het spelend kind: een droomenwereld is z'n wondre woning, waar hij zich heer en meester voelt, als koning, en vreugde voor dit dwaze leven vindt. En in dit kind-zijn ligt al zijn belooning: door mensch en goden wordt het Kind bemind; maar in z'n Kunst, die allen band ontbindt, wordt hij zèlf God-en dàt is zijn bekroning. Want hij is méér dan Kind-dat maar kan droomen- hij geeft zijn droomen werkelijkheid en leven en laat ook andren tot de schoonheid komen. Hij is de schepper van 't algoede en 't schoone die naar volmaking in de menscheid streven en door zijn ziel hun godlijk wezen toonen!... Jan de Brugghenaere. Vorige Volgende