Arsenaal. Jaargang 1(1945)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Populus nigra. Hij heerscht daar recht en rank bij lusthof en kasteelen, de slanke populier die schoon zijn twijgen leidt, waar berk en beukeboom en zilverwitte abeelen hun kruinen openslaan, dol van begeerigheid. Hij kent geen wilde drift: pas uit den grond gerezen zegt hem de ruimte niets, het firmament is daar! - Wie naar het hoogste streeft, gaat in geen windstreek lezen; bij dag is nimmer nacht, bij nachte nimmer klaar. De eenheid is zijn kroon. Bij hem geen spoor van neigen naar wat het rijzen remt, en slechts een afstand ligt. - De pijlen zijn het schoonst als z'uit de bogen stijgen; en wie den hemel ziet vergeet het vergezicht. Bereikt ge nooit uw doel: den Hoogste in den hoogen, en blijft ge eeuwig staan: de armen uitgestrekt. - Wie onbewogen sterft heeft nooit zich zelf bedrogen. Zôô sterven is het schoonst wat tot het leven strekt! O, boomen, leert het ons, aleer we eenmaal sterven. De menschen zijn zoo klein, wen hen de liefde ontbreekt. En liefde is alleen door eenheid te verwerven. - O, eenheid in ons hart, die oude banden breekt! Karel Dekandelaere. Vorige Volgende