Arsenaal. Jaargang 1
(1945)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 8]
| |
Nu zing ik ijl een lied, dat nooit de klokken galmen,
een eeuwig wiegelied, gegroeid uit eeuwig leed.
O louter leed in mij! Ik ijvrige leer talmen
omdat ik van mezelf, voor God, mijn armoe weet.
Omdat ik d'armoe weet, wil ik het galmen staken,
maar breekt nog eens de stilt' dan vangt het hooglied aan!
Wat nooit ik heb verhaald, zal in mijn oogen blaken,
Slechts wie mijn hunkren kent, zal dan dit lied verstaan.
Karel Dekandelaere.
|
|