geen invloed op de menschen zou hebben, maar haar hoofdwerk is de zedelijkheid te bevorderen.
10833. V. Gij occupeert u dan toch met stoffelijke ondersteuning van armen?
Wat leert uwe ondervinding u?
Als de werklieden in Tilburg oud worden en niet meer bruikbaar zijn, komen zij dan ten laste van philantropische inrichtingen? Of zorgen goedgezinde fabrikanten voor hunne werklieden?
A. Ja, wanneer de werklieden onbruikbaar zijn, krijgen zij pensioen uit mijn beurs. Worden zij ziek, dan ontvangen zij ondersteuning mede uit mijn beurs.
Dat is bij het grootste gedeelte van de fabrieken het geval. De eene fabrikant zou zich tegenover den anderen schamen dat niet te doen.
10834. V. De algemeene geest onder de fabrikanten te Tilburg brengt dus mede, de menschen van 50 of 60 jaren niet aan de poort te zetten? Dat komt niet voor?
A. Neen. Het is eene hooge zeldzaamheid, ja ik durf zeggen dat het nooit gebeurt, dat iemand die te oud is om te werken, aan de deur wordt gezet, wanneer hij lang aan de fabriek gewerkt heeft, in zoo'n geval wordt er voor hem gezorgd.
10835. V. Dat zal dan in belangrijke mate de liefdadige instellingen en het stedelijk armbestuur ten goede komen?
A. Wel wat; maar het spreekt van zelf dat niet allen zoo oud worden en bovendien zijn er nog armen die niet van fabrikanten komen.
10836. V. Wat gebeurt er in Tilburg als een werkman ziek wordt?
A. Dan krijgt hij, al naar zijn gezin groot is, ondersteuning van den fabrikant.
10837. V. Altijd in geld?
A. Ja; alleen de Vincentius-vereeniging ondersteunt hoofdzakelijk in natura, door het geven van bons, voor gort, brood, steenkolen, kleederen, enz op grond der ondervinding dat geld wel eens misbruikt wordt.
10838. V. Hoe verkrijgt men medische hulp?
A. Als men die niet zelf betaalt, van stadswege.
10839. V. Men schijnt er eene eer in te stellen dat zoolang mogelijk zelf te betalen? Is dat ook uwe ondervinding?
A. Ja dat is zoo, en eveneens stelt men er prijs op om een huwelijk niet pro deo aan te gaan; in het afgeloopen jaar slechts 5. Dat is een soort van eergevoel onder die menschen. Ook brengt hun eergevoel mede om geen geneeskundige hulp van de armen te krijgen. Als het zoo ver komt, dat zij er toe overgaan, dan moet de nood al zeer hoog gestegen zijn.
10840. V. Dus uw oordeel is over het algemeen gunstig?
A. Ik geloof dat Tilburg, voor zoover mij bekend is, eene uitzondering maakt op tal van andere plaatsen.
10841. V. En waaraan schrijft gij dat toe?
A. Ons volk is godsdienstig en volbrengt dus zijne plichten nauwkeurig. Ik ben het eens met den heer Hartog, van de stearine-kaarsenfabriek, die voor deze vergadering verklaarde, dat hij het betreurde, dat de godsdienstzin in ons land afnam Hij vond dit een ramp voor de werklieden. Wat den zedclijken toestand betreft, die is allergunstigst. Als ambtenaar van den burgerlijken stand heb ik dit eenigszins kunnen nagaan. Mij is gebleken dat in de laatste jaren op onze bevolking, 32 000 zielen, waarvan een groot deel fabrieksarbeiders zijn, slechts 10 onwettige geboorten hebben plaats gehad. Zoodra een meisje in zekere omstandigheden verkeert, wordt door de geestelijkheid er op aangedrongen om haar getrouwd te krijgen. Maar ook dat komt niet zooveel voor als de publieke opinie wel denkt, want dit zou moeten blijken uit de registers van den burgerlijken stand, welnu, in het afgeloopen jaar zijn slechts 7 gevallen voorgekomen van getrouwde vrouwen die bevallen zijn, voordat zij 9 maanden getrouwd waren. Men zal toestemmen dat dit zeer weinig is op eene bevolking van 32 000 zielen.
10842. De heer Bahlmann: Zoudt gij niet denken dat het aantal onwettige geboorten en geforceerde huwelijken minder zou worden, wanneer de militiewet geen belemmerende bepaling voor het huwen bevatte?
A. Ja, dat zou wel kunnen zijn. Er is echter nog eene zaak, waaraan de wet-