touw geroepen en ben daarmede een zaak begonnen. Deze wever werkte met andere menschen voor mij bij zich aan huis.
Ik heb den indruk gekregen, dat zij die thuis werken het beter hadden en ook gelukkiger waren, dan zij die in de fabrieken werkten.
Dat thuis werken is echter zeer verminderd sedert de toepassing van de machines en daarmede de huiselijkheid en de tevredenheid. Toch is de toestand te Tilburg gunstig te noemen in verhouding tot andere plaatsen.
10435. V. Dus niettegenstaande de vermindering van het thuiswerken is naar uw oordeel de toestand in Tilburg gunstig?
A. Zeer gunstig.
10436. V. Uit welke uiterlijke kenteekenen leidt gij dit af?
A. Uit het feit ook, dat er weinig misbruik wordt gemaakt van sterken drank. De lui die achteruitgaan, maken zich daaraan meestal schuldig, reeds van jongs af; maar zulke gevallen zijn in Tilburg uitzondering. De drankwet was voor Tilburg niet bepaald noodzakelijk, al heeft zij ook goed gedaan.
10437. V. Tilburg had dus de wetten op den kinderarbeid en het drankmisbruik beide, wel kunnen missen?
A. Dat is misschien wel wat sterk uitgedrukt.
10438. V. Welnu, dat dan daargelaten. Ik wensch echter meer bepaald het antwoord op de vraag: uit welke uiterlijke teekenen laat zich de meer welvarende toestand van de fabrieksarbeiders in Tilburg onderkennen? Is daaromtrent geen mededeeling te doen of zijn er geen observatiën te maken? Komt het b.v. in Tilburg voor, dat de arbeiders in bedompte, krotterige vertrekken wonen, of is dit anders?
A. Over het algemeen is dat goed.
De gewoonte is dat de winkeliers bij de week betaald worden, in de volkstaal heet dat een boom, dat is een heele ceel. Die boom wordt meestal betaald. Wanneer er eene schuldvordering is te innen, komen de menschen nogal eens bij mij, zij gaan liever niet naar den deurwaarder, want dat kost geld. Velen komen uit Oisterwijk, Haren en verschillende dorpen bij mij, als ik Donderdags en Vrijdags om half 8 des morgens op het raadhuis zitting houd, maar het is mij zeer weinig voorgekomen, dat er klachten kwamen van winkeliersschulden; daaruit kan men zien dat het den menschen goedgaat; want anders zouden zij die schulden niet betalen.
10439. V. Is u ook bekend, dat het inderdaad geen zeldzaamheid is onder de fabrieksarbeiders dat zij in een eigen woning wonen?
A. Dat zijn meest wevers.
10440. V. Thuiswevers?
A. Ja.
10441. V. Er was ons van ochtend - misschien is het feit u niet volkomen bekend, en waarom zou dit niet - van meer dan eene volkomen vertrouwbare zijde medegedeeld, dat het nogal frequent voorkomt dat de fabrieksarbeiders het zoover brengen dat zij in een eigen woning zitten en dat ook de arbeiders die gehuurde woningen hebben, in waarlijk dragelijke omstandigheden verkeeren. zoodat de toestanden vrij wat beter zijn dan in menige andere fabrieksstad?
A. Dit laatste is waar, maar van het wonen van fabrieksarbeiders in eigen woningen weet ik niet.
10442. V. Zijn er ook verordeningen krachtens art. 82 der wet op het lager onderwijs in uw kanton?
A. Ja, drie; te Oisterwijk, Berkel en Gilse-Rijen
10443. V. Maar als ik het goed begrijp, worden die eenvoudig als niet geschreven beschouwd?
A. Ja, ik heb er nog nooit eenig effeet van gezien.
10444. V. Die verordeningen bestaan dus alleen pro forma?
A. Ja. U kent de dorpen niet zooals ik, die er 28 jaren heb gewoond. Er zijn vele waar onder anderen de politie nog veel te wenschen overlaat. De bewoners van vele dorpenregeeren zich gaarne zelven, en het gaat er niet slechter om. Als ik bij voorbeeld iemand door een arbeider iets laat zeggen, dan helpt dit soms beter dan dat ik een veldwachter zend.
10445. V. Maar welke beweegredenen zijn het dan. dat aan de eenmaal krachtens art. 82 gemaakte verordeningen de hand niet wordt gehouden?