Verhoor van den heer Pieter Jeukens.
(Verkort.)
9340. De Voorzitter: Mag ik uw voornaam, beroep, ouderdom, en woonplaats weten?
A. Pieter Jeukens, 42 jaren oud, werkman in de zinkwitfabriek te Maastricht, wonende in de fabriek.
9342. V. Hoe lang werkt gij daar?
A. Sedert 8 jaren, van dat de fabriek begonnen is.
9341. V. Zijn er veel zieken op de fabriek?
A. Niet dat ik weet, alleen weet ik dat er één acht dagen ziek is geweest.
9343 V. Gij hoort niet van kolieken en dergelijke dingen?
A. Daar heb ik nog weinig van gehoord.
9346. V. Als er iemand ziek is, hebt gij dokter en apotheker geheel vrij?
A. Ja, wij betalen er niets voor.
9347. V. Contribueert gij er niet voor?
A. Wanneer iemand ziek is, krijgt hij de helft van zijn dagloon uitbetaald, maar hij behoeft daarvoor niets te storten.
9348. V. Hebt gij dus dokter en apotheker vrij, en bovendien nog het halve loon?
A. Ja.
9349. V. En gij contribueert ook dáárvoor niets?
A. Neen.
9358. V. Zijn er onder uwe kameraden ook menschen die in de Géramique bij de ovens werken, die bij voorbeeld de ovens uitpakken?
A. Ja, daaronder heb ik twee kameraden, met wien ik wel eens een glas bier drink en over allerhande praat.
9359 V. Hebt gij in den laatsten tijd ook met die kameraden gesproken?
A. Dat zal wel een paar maanden geleden zijn.
9360. V. Hoe heeten die uitpakkers?
A. Ik ken ze alleen bij de voornamen. Van één weet ik de ‘van’, die heet Bronkers, en is uitpakker, dat was hij althans niet lang geleden, toen ik hem het laatse sprak.
9361. V. En klaagde die wel over het werk?
A. Dat niet. Hij zeide wel eens dat het warm was, maar zelf weet ik het niet, want ik ben er nooit geweest.
9362. V. Dat weet ik, maar ik vraag daarom ook of hij klaagde?
A. Anders niet dan dat het warm was.
9363. V. Die Bronkers dan klaagde wel, maar deed niet zijn beklag. Wat deed hij dan? Vertelde hij niet wat hij doen moest?
A. Neen, hij zei alleen dat bij het aanraken de dingen warm waren.
9364. V. Op welke wijze zeide hij dat, en vertelde hij niet dat de lappen in brand vlogen?
A. Als wij zoo onder elkander zijn, dan praten wij wel over het werk, dat het zus of zoo gaat, en dan vertelde hij wel dat het warm was, maar meer niet.
9369. V. Dus hij was er niet mede bezwaard?
A. Neen, ik weet, dat hij er sedert vele jaren is en ik weet, dat hij goed loon verdient.
9373. V. Hebt gij ook wel eens warm werk?
A. Ik moet van alles doen.