tot 's avonds 6, en in den winter van 's morgens 7 tot 's avonds 5.
De jongens aan de ovens te Maastricht werken zomer en winter van 7 uur 's morgens tot 's avonds 5 uur.
Rusttijden: om 8 uur, 20-25 minuten om iets te gebruiken, van 12-1 uur om te eten, om 4 uur weer 20-25 minuten om iets te gebruiken.
De werklieden eten aan de fabriek en zij brengen hun voedsel mede of het wordt gebracht door de vrouw of de kinderen. Ik ben van meening, dat een tijd van 12 uren in de fabriek doorgebracht, waarvan 10 uren arbeid, aanbevelenswaardig is, wanneer de arbeid naar evenredigheid betaald wordt, niet te vermoeiend is en gemakkelijk te verrichten is, zooals in onze fabriek het geval is.
De werkman verdient dan meer en heeft geen gelegenheid buitensporigheden te begaan. Een te lange schafttijd is maar al te dikwijls de ondergang van den werkman, want dan heeft hij gelegenheid om op onnuttige wijze zijn geld uit te geven.
En wanneer dit bij de meer ontwikkelden gebeurt, komt het natuurlijk nog meer voor bij de minder ontwikkelden.
De werklieden. De machinisten werken niet voortdurend, zij moeten voor hunne machine zorgen, herstellingen verrichten enz.; alles arbeid die eenige ontwikkeling vereischt. De stokers werken ook niet voortdurend; wanneer de oven eenmaal werkt, dat om 12 uur gedaan is, dan is deze slechts te bewaken. Den overigen tijd hebben zij dus weinig te doen, en werken overigens steeds onder een dak dat hen beschut.
De inpakkers, in de werkplaats te Eysden, werken op stuk, per 100 kilo's. Zij hebben ook gelegenheid om in de open lucht te werken.
De sjouwers werken in de open lucht of onder een afdak, de jongens in de open lucht, voor de helft van den tijd ten minste. De laatsten houden zich bezig met lichten arbeid, die niet boven hun krachten is.
Wat de loonen betreft, is het minimum te Eysden voor de ovenwerkers 2,50 francs, het gemiddelde 2,75 francs; de opzichters 3,25 francs; de eerste machinist 3,75 francs, de tweede machinist 2,75 francs. De inpakkers verdienen dikwijls meer, omdat zij op taak werken. De sjouwers hebben gemiddeld 2 francs.
In de fabriek te Maastricht is het minimum der werklieden, tot welke categorie zij ook behooren, 1.20, het gemiddelde f 1,32. De eerste machinist heeft 4 francs, de tweede 2,75 francs, de opzichter 3,25 francs; tevens woont de opzichter in de fabriek en heeft vrij vuur en licht. De inpakkers verdienen soms ook meer, wegens hun werken op taak.
Voor de jongens is het loon naar mate van den leeftijd:
voor die van 18 jaren 72 centen;
voor die van. 16½ jaren 40 centen;
voor die van 13 jaren 35 centen.
Van het salaris wordt niets afgehouden. Voor overwerk wordt betaald boven het dagelijksche loon. Het loon wordt betaald 2 malen 's maands, op den 15den en op den laatsten dag der maand. Maar de werkman kan, wanneer hij het vraagt, op zijn loon ook een voorschot ontvangen.
Behalve het loon worden er ook premiën gegeven. Wij hebben ingesteld voor elken ovenwerker twee jaarlijksche premiën van 25 francs. De twee chefs van de arbeiders en de opzichters te Maastricht ontvangen ieder eene premie van 14 gulden.
De eerste machinist heeft boven zijn loon vrije woning in de nabijheid der fabriek. De premiën hebben ten doel, den werkman voor zijn arbeid zorg te doen dragen; bij slordig werken hebben wij het recht de premiën te verminderen.
Geneeskundige hulp. In de beide fabrieken betalen wij uit onze eigen fondsen, zonder aftrek van het loon, den dokter en den apotheker voor de werklieden, hunne vrouwen en kinderen. Als een werkman ziek wordt krijgt hij gedurende zijne ziekte de helft van het loon, waarop hij recht heeft.
In de fabriek te Eysden hebben de werklieden drie geneesheeren, die in het nabijliggend dorp wonen, en uit welk drietal de werkman zijne keuze kan doen. Voor de fabriek te Maastricht is een geneesheer aldaar, dr. Vrijens, aangewezen. Ook is er. eene hulpkas te Eysden, naar het voorbeeld der Belgische fabrieken; van het loon