waarbij altijd drie man werkzaam zijn.
8476. V. Gij zijt dus bij de machine, waar de pap tot papier wordt gemaakt?
A. Ja.
8477. V. Is dat eene machine voor allerlei soort en vorm van papier?
A. Ja, zij maakt allerlei papier: schrijf- en postpapier, dik en dun, fijn en grof, al naar verkiezing.
8478. V. Gij hebt de machine maar te verzetten, niet waar?
A. Ja.
8479. V. Is die machine gevaarlijk om te bedienen?
A. Ja. alle machines zijn gevaarlijk, men kan er tusschen vallen. Maar als dat niet gebeurt, is zij niet gevaarlijk en overal verzekerd.
8480. Hebt gij in al die jaren nooit een ongeluk gehad?
A. Neen.
8481. V. Staat alles open en bloot aan die machines, of is er hier en daar eene beschutting aangebracht?
A. Daar waar het papier overloopt staat zij bloot, daar kan zij niet beschut worden, maar overigens is zij beschut.
8482. V. Hebt gij jongens bij u om u te helpen?
A. Een jongen van 14 jaar.
8483. V. Helpt die aan de machine?
A. Neen, die is om den boel wat aan te vegen enz.
8484. Herinnert gij u wel dat er ongelukken gebeurd zijn in de laatste 10 of 20 jaar?
A. Ja, twee in de 25 jaar dat ik meester ben, mijn eigen zoon en een bejaard mensch.
8485. V. Heeft uw zoon zijn arm verloren?
A. Neen, drie vingers van de rechterhand.
8486. V. Hoe kwam dat?
A. Hij gleed uit op de drogerij en wilde zich vastgrijpen, de heete koperen rollen hebben de hand gepakt en toen heeft hij zich verbrand.
8487. V. Hij is echter op de fabriek aan het werk gebleven?
A. Ja, nadat hij genezen is, is hij teruggekomen, en aan hetzelfde werk gezet.
8488. V. Toen hij door dokter en meester geholpen moest worden, is hij toen vanwege de fabriek in de kosten bijgestaan?
A. Ja, hij heeft zijn volle geld steeds behouden.
8489. V. Wat is er van dat andere ongeluk, dat gij u herinnert?
A. Dat gold een bejaard mensch, van 55 of 60 jaar. Deze glipte ook uit en viel met den arm tusschen de rollen. Zijne behandeling in het hospitaal schijnt wat verwaarloosd te zijn. Hij kreeg wat al te spoedig verlof zijne familie te gaan bezoeken. De arm, die aanvankelijk goed was, is daarna ziek geworden; en het gevolg is geweest dat de arm geheel moest worden afgezet.
8490. V. Is toen het gezin in den tijd dat dit alles gebeurde vanwege de fabriek ondersteund?
A. Steeds is het volle geld uitbetaald.
8492. V. Hoe laat begint uw werk?
A. Dat duurt van 's morgens 6 tot 's avonds 6 uur.
8493. V. Hebt gij daarna afgedaan?
A. Ja.
8494. V. Werkt de machine 's nachts door?
A. Ja, om de week werken wij 's nachts.
8495. V. Dus het papiermaken gaat 24 volle uren achtereen door, van Maandag-morgen tot Zondag-ochtend?
A. Ja.
8496. V. Zondags wordt er overigens niet gewerkt.
A. Neen.
8497. V. Komen die jongens van 14 jaar ook bij de nachtploeg?
A. Neen, de jongste is 18 jaar. Ver der zijn 't volwassen mannen.
8498. V. Is dat altijd zoo geweest?
A. Sedert 18, 19 jaar.
8499. V. Werkt gij Zondags wel eens?
A. Soms een paar uren, misschien niet eenmaal in de 3 maanden.
8500. V.Zet gij Zaterdags de machine stil?
A. Neen; Zondags-morgens van 6 tot Maandags-morgens 6 uur.
8502. V. Heeft het veel voeten in de aarde om de papiermachine te laten stilstaan, of beteekent het niet veel? Werkt de machine des Maandags even goed als des Dinsdags of Woensdag?
A. Neen.
8503. V. In welk opzicht?
A. Wanneer de machine eenmaal gloeiend is, blijft zij gloeiend.