A. Dat weet ik zeker.
7947. V. En thans?
A. Zeven.
7948. V. En het gevolg van die vermeerdering is dat van de menschen niet gevorderd wordt in de ovens te gaan onder eene ondragelijke hitte?
A Tegenwoordig niet meer.
7949. V. Is dit ook het geval des zomers?
A. Ja, als de ovens vroegtijdig geopend worden, komt geen bezwarende warmte voor.
7950. V. Hebt gij een middel om den warmtegraad te onderzoeken wanneer de menschen in de ovens moeten gaan?
A. Dien kan men aan de bovenopening met de hand voelen.
7951. V. Gij houdt dus uitsluitend dat toezicht?
A. Ik niet alleen; er zijn ook andere opzichters.
7952. V. Blijven de werklieden, die gij gebruikt om de ovens ledig te maken, jarenlang datzelfde werk doen, of zijn zij gauw versleten?
A. Tot heden zijn er nog zeer weinigen die ontbreken; de meesten zijn nog dezelfde van jaren geleden.
7953. V. Dus daaromtrent zijn er geene moeilijkheden?
A. Neen.
7954. V. Hebben zij datzelfde werk steeds kunnen volhouden?
A Ieder man heeft slechts eenmaal in de week een oven te ledigen.
7955. V. Uw personeel is dus zoo groot, dat gij daarvoor beurtelings een ander man hebt. En éénmaal in de week wordt een oven uitgehaald?
A. Ja.
7956. V. Wordt er ook het een of ander middel gebruikt om, als zij uitscheiden met stoken, het vuur snel van onder den oven te verwijderen?
A Neen, tegenwoordig niet.
7957. V. Vroeger wel?
A. Vroeger haalde men het vuur uit.
7958. V. Maar dat is niet meer noodig?
A. Neen, omdat er nu tijd genoeg gelaten wordt voor afkoeling.
7959. V. Als de menschen de ovens ledig maken zijn zij dan half naakt?
A In de laatste jaren niet meer. Zij leggen enkele kleedingstukken af om het niet al te warm te krijgen.
7960. V. Maar is het werk zelf niet zeer afmattend?
A. Ja, veel afmattender dan ander werk.
7961. V. Dan welk werk?
A. Dan het cassetten vullen.
7962. Het uitnemen is zwaarder?
A. Ja.
7963 V. Zijn zij daarbij half gekleed?
A. Neen, ook niet meer in de laatste jaren.
7964. V. Zijn er ook vrouwen bij?
A. Bij de biscuitovens niet.
7965. V. Komt de heer Jaunez dikwijls bij het biscuitbakken kijken, of laat hij dit aan u over?
A. Gaat alles goed, dan is zijne tegenwoordigheid niet noodig. Maar hij komt alle dagen wel eens kijken.
7966. V. De heer Jaunez heeft ons, meen ik, gezegd, dat de twee menschen die het goed in de biscuitovens zetten, gewoon waren hun hemd uit te trekken. Is dat zoo?
A. Ja, 's zomers als het zeer warm is. In den winter zou dat te koud zijn.
7967. V. Zijn dat volwassen mannen?
A. Ja, zij tellen ten minste twintig jaren.
7968. V. Wordt er 's nachts ook in de fabriek gewerkt?
A. Neen, uitgezonderd door de stokers en door de machinisten en Zondags, indien er kleine reparatiën moeten plaats hebben.
7969. V. Gij hebt ons straks verteld dat bij het aanleggen van de vuren onder de biscuitovens, de stokers wel eens 24 uren achter elkander werken; eerst om den boel klaar te maken, de kolen aan te rijden en dan het vuur aan te maken; tevens hebt gij gezegd dat zij dan voor 3 dagen worden betaald.
Worden bij dat werk, dat 24 uren achtereen duurt, ook jongens gebruikt?
A. Neen, dat doen alleen volwassenen.
7970. V. Het verhoor is afgeloopen; wij bedanken u.
E. Ulrich.