A. Ja.
7884. V. Hoeveel is dat leergeld?
A. 20 pct van het loon.
7885. V. Verleden week hebben wij gehoord den heer Markx, secretaris van het armbestuur. Die heeft ons medegedeeld dat 151 huisgezinnen van de Céramique met geneeskundige hulp en geneesmiddelen bedeeld worden. Hoe rijmt gij dat met uwe verklaring dat uwe werklieden uit het ziekenfonds van de fabriek worden geholpen.
A. De werklieden van onze fabriek hebben voor hun persoon recht op vrije geneeskundige behandeling en geneesmiddelen, maar niet voor hunne gezinnen.
7886. V. Dus beide verklaringen gaan zeer goed samen. Het fonds van de fabriek zorgt alleen voor den werkman, maar het is zeer goed mogelijk dat gezinnen van den werkman geholpen worden van den kant van het armbestuur?
A. Ja.
7887. Hebt gij een eigen dokter aan de Céramiqne?
A. Twee, de heeren Schols en Vrijens.
7888. V. Komen ongelukken aan de fabriek voor?
A. In de laatste 7 à 8 jaren niet.
7889. V. Was toen wellicht een groot ongeluk gebeurd dat gij u dit zoo goed herinnert?
A, Een jongen had den arm gekwetst.
7890. V. Waardoor werd dat veroorzaakt?
A. De jongen had den riem onvoorzichtig afgenomen en opgelegd.
7891. V. Deed hij het dan terwijl de machine draaide?
A. Ja, en dat mocht hij niet doen.
7892. V. Komt gij bij de ovens in de Céramique, of weet gij niets daarvan?
A. Een enkelen keer heb ik ze gezien, maar ik heb er niets mede te maken.
7893. V. Hebt gij wel eens een oven zien vullen of uithalen?
A. Ja, de vorige week nog.
7894. V. Hebt gij dien oven zien uitbreken?
A. Neen, zij waren er mede bezig toen ik kwam.
7896. V. Dat is een heet werk?
A. De ovens worden in onze fabriek niet heet uitgehaald.
7897. V. Is dat bij andere fabrieken ook?
A Dat weet ik precies niet.
7898. V. Hebt gij onder 't volk van uwe fabriek wel eens hooren klagen dat het uithalen der ovens zulk een kwaad werk is?
A. Dat heb ik nog nooit gehoord.
7899. V. Kunnen zij op die wijze jaren aan het werk blijven, of het niet vele jaren uithouden?
A. Een ken ik, die er zelfs verscheidene jaren geweest is; zoolang als ik weet is die man daar. Meer kan ik niet zeggen.
7900. V. Een bepaald klagen over het harde of afbeulende werk aan het uithalen van die ovens bestaat dus niet onder het werkvolk aan uwe fabriek?
A. Hoegenaamd niet.
7901. V. Was het verleden week, toen gij bij dien oven waart, daar bar heet?
A. Neen, ik nam zelfs een stuk, dat pas uit den oven kwam, in handen en dat kon ik zeer goed verdragen. Het was in het geheel niet warm.
7902. V. Waarom naamt gij het in handen?
A. Om het eens te bekijken of het mooi gebakken was.
7903. V. En toen hebt gij bemerkt dat het koud was?
A. Ja.
7904. V. Was dat verleden week?
A. Ja.
7905. V. Waart gij er bijgeroepen, of hadt gij er te maken?
A. Neen, ik kwam er toevallig, omdat ik een vriend ging opzoeken, dien ik had te spreken en die daar opzichter is.
7906. V. Waren de lieden die aan het werk waren met het uitdragen van dien oven, half naakt?
A. Neen.
7907. De heer Van Alphen: Dat is bij de biscuit-ovens?
A. Ja.
7908. De heer Ruys van Beerenbroek: Uw werkdag begint 's morgens om 7 uur en duurt tot 12 uur, en wordt vervolgd van half twee tot half zeven, zooals met alle arbeiders in de fabriek het geval is?
A. Jawel.
7909. V. Moet gij wel nawerken, meer werken, dan die 10 uren?