Als ik 's middags of 's morgens op de fabriek kom dan heb ik maar het liefst, dat men mij alleen laat. Als het werk afgeloopen is, ga ik ook altijd rechtstreeks naar huis.
7084. V. Die jongen, die bij u werkt, krijgt die het gewone loon, of werkt die per stuk?
A. Hij krijgt wat ik hem wil betalen.
7085 V. Dus dat regelt gij met den jongen?
A. Den eersten van de maand komt de opzichter rond met een lijst, waarop de namen van al de jongens staan opgeteekend en dan zegt hij: ‘Dresen, uw jongen heeft 48 cents’, dan zeg ik: ‘ja’ en dan gaat hij voorbij, maar als ik zeg: ‘2 cent meer’, dan veegt hij de 48 cent uit en zet 2 cent meer.
7086. V. Dat moet gij mij eens duidelijker maken, wie betaalt de 48 cent?
A. Dat gaat van mijn werk af.
7087. V. Gij wordt dus per stuk betaald en van dat provenu wordt zooveel afgetrokken, als de jongen verdiend heeft; het staat dus aan u om den jongen te betalen en ge kunt hem wegzenden als hij u niet bevalt, en gij moet dan maar zorgen, dat gij een anderen jongen krijgt?
A. Ja zeker. Vroeger toen een jongen van 12½ of 13 jaar op het werk kwam, kreeg hij 35 cents, al wist hij niets, maar thans krijgt hij 40 cent. De opzichter komt nu en dan bij mij, en dan zegt hij: ‘hier is een jongen, bevalt hij u’? Zeg ik dan ‘ja’, dan verdient die jongen van den eersten dag af 40 cent.
7088. V. Dus als die jongen u niet bevalt, kunt gij zeggen: ik wil hem niet hebben?
A. Ja, en dan wacht ik tot een volgende keer.
7089. V. Nu moet gij nog één ding zeggen wat de rekening betreft, is uw loon eenigen tijd geleden niet verminderd?
A. Ja.
7090. V. Dat zegt gij niet met een vroolijk gezicht?
A. Neen.
7091. V. Hoe kwam dat?
A. Men zegt, dat het door de concurrentie komt. Als ik zoo 's middags voor mijne gezondheid in de straat ga wandelen, dan zie ik in de winkels serviezen genoteerd voor f 3,00, die vroeger f 5,00 kostten. Ik ben niet hooggeleerd maar dan denk ik, dat komt door de concurrentie, als de fabrikant het goed goedkooper moet geven, kan hij zoo veel loon niet geven, het is nu eenmaal niet anders.
7092. De heer Goeman Borgesius: Hoeveel percent van uw loon staat gij af aan de ziekenbus?
A. f 2,25 in de maand, maar omdat wij per quinzaine betaald worden, is het f 1,12½ in de halve maand.
7093. V Indien men zonder reden de fabriek verlaat, aangenomen bijv. dat men zijn positie verbeteren kan, krijgt men dan een deel van zijn inleg terug?
A Niets.
7094. V. En als gij nu eens ontslagen werdt, hoelang krijgt gij dan dit ziekengeld of pensioen?
A. Als ik weggezonden werd?
7095. V. Ja, op grond dat gij te oud werdt of minder geschikt?
A. Ja, dan val ik op de ziekenbus.
7096. V. Hoe lang duurt die uitbetaling?
A. Onophoudelijk; ik weet onder anderen een zekeren August Henrotte, die al heel lang ziek moet zijn. Wij hebben dan daags een gulden en vrij geneesheer en apotheker.
7097. V. En personen die wegens ongeschiktheid voor het werk aan de ziekenbus zijn vervallen, komen die terug als zij weer geschikt zijn?
A. Ja zeker. Wij hebben onder anderen gehad een zekeren Wijns, die had jicht, en toen hij weer beter was, is hij teruggekomen. Hij is ook niet lang ziek geweest.
7098. V. De ziekenbus staat geheel onder administratie van de patroons?
A, Ja, wel te verstaan, wij leggen zooveel in en zij ⅓. Het reglement, zoo'n groot ding, hangt in het atelier, dat kan ieder lezen, en op den 1sten van de maand is er nog een kastje met een glas er voor, daarin staat aangeplakt dat er zooveel voor den dokter en zooveel voor den apotheker is uitgegeven, en dan is dat juist berekend, zoodat men de kas kent, wat er uitgegeven is en ingekomen en hoeveel er te kort is of over.
7099. V. Er wordt dus verslag gegeven van den stand der kas?