De arbeidsenquête van 1887. Deel 2: Maastricht
(1981)–Anoniem Arbeidsenquête van 1887, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 93]
| |
6112. V. Aan de zoogenaamde Augustijnenschool? A. Ja. 6113. V. Dat is de eenige school voor lager onderwijs, die van stadswege bestaat voor on- en minvermogenden? A. Ja. 6114. V. Voor hoeveel kinderen is de school ingericht? A. Elf klassen, elk lokaal berekend op 48 kinderen, waarbij nog eenige plaatsen verloren worden door de plaats van kachels enz., zoodat er feitelijk 502 plaatsen in de school beschikbaar zijn. 6115. V. Hoeveel zijn er thans? A. Op 1 Januari 11. 454. 6116. V. Zijn er dus 48 plaatsen open? A. Ja. 6117. V. Zitten de onderste klassen vol? A. Ja. alleen in de hoogste klassen zijn plaatsen open. 6118. V. Dus is er feitelijk geen beschikbare ruimte voor aankomende kinderen? A. Juist. 6119. V. Dus het bestaan van 48 ledige plaatsen kan samengaan met de noodzakelijkheid tot het weigeren van toelating van kinderen op de school? A. Ja. In een paar lokalen is er ook maar voor 48 kinderen plaats. 6120. V. Wordt er voor een groot aantal kinderen plaatsing gevraagd op uwe school? A. Dat aantal was groot, maar in October is een nieuwe klas geformeerd, en een nieuw onderwijzer toegestaan. Toen heb ik 68 kinderen geplaatst, en een nieuwe klas van 50 kinderen gemaakt, en de andere heb ik getracht aan te vullen in de plaatsen die open waren. Toen waren er niet meer die plaatsing verlangden, maar nu zijn er weder bijgekomen. 6121. V. Maar zou het mogelijk zijn, dat er verleden jaar, in December 1886, ongeveer 500 kinderen in Maastricht van onderwijs verstoken zijn geweest? A. Ik zou waarlijk niet kunnen begrijpen hoe dat mogelijk kan geweest zijn. In November vernam ik, dat er 52 kinderen waren, die plaatsing verlangden, er is toen eene nieuwe lijst opgemaakt op last van het bestuur, ten einde te onderzoeken hoeveel kinderen plaatsing verlangden. 6122. V. En hebt gij die kunnen plaatsen? A. Na de vorming van de nieuwe klasse heb ik er drie kunnen plaatsen. 6123. V. Het komt in meer gemeenten voor, dat niet al de kinderen kunnen geplaatst worden, het was dus mogelijk dat er 50 geene plaats konden krijgen? A. Ja 6124. V. Hebt gij reden om te gelooven, dat het getal nu grooter is? A. Ik geloof dat het grooter is. 6125 V. Maar gij gelooft niet dat het zooveel honderden bedraagt, als ik daareven noemde? A. Neen. 6129. V. Komen de kinderen tot hun 12de jaar op de school of blijven zij langer? A. Ik heb 76 leerlingen van 12, 13, 14 en 15 jaar. 6130. V. Kunt gij ze zoo lang houden? A. Ja, ik heb er twee van 15 jaar, maar dat behoort tot de uitzonderingen, maar het komt wel voor. 6131. V. Dan geeft gij zeker meer uitgebreid lager onderwijs? A. Behalve de gewone vakken, wordt op mijne school onderwijs gegeven in Fransch, handteekenen, gymnastiek, en voor de meisjes in de fraaie handwerken. 6132. V. Zijn er op uwe school ook kinderen uit fabrieksgezinnen? A. Ik heb in de laatste dagen een onderzoek ingesteld. Ik heb kinderen uit 150 gezinnen. In eene fabriek werken 64 hoofden van gezinnen; Ook heb ik gegevens verzameld omtrent de moeders die in fabrieken werken. 6133. V. Waren er dat veel? A. Neen; 3 op de 150 huisgezinnen, en daarvan waren er twee weduwen. 6141. V. Hebt gij ons nog eenigerlei mededeeling te doen? A. Ja, Mijnheer de Voorzitter! Ik heb nog eenige gegevens verzameld omtrent de werking van de wet van 1874 betreffende den kinderarbeid. In 1868 bedroeg het cijfer der kinderen, die vóór 12 jaren de school verlieten voor arbeid of onbekende redenen, 14 pct., in 1871 en 1874 12 pct.; na 1874 is dat verzuim om diezelfde redenen gemiddeld 6 7/10 pct. geweest en in de laatste 4 jaren bedroeg het slechts 4½ pct. 6142. V. Dat pleit dus voor de goede werking van de wet van 1874. | |
[pagina 94]
| |
A. In de middelklassen was het vroeger een gewoon feit, dat kinderen van 8 à 9 jaren de school verlieten om op de fabriek te gaan werken, doch thans blijven zij, met eene enkele uitzondering, tot hun 12de jaar op school. 6143. V. Hebt gij nog iets anders mede te deelen? A. Neen, Mijnheer de Voorzitter. 6144. V. Dan dank ik u voor de gegeven inlichtingen. H.J. Delfgaauw. |
|