menschen, met eene geheel andere levensopvatting. Ik weet niet hoe dit op andere plaatsen is, maar op de meeste fabrieken te Maastricht komen de kinderen, zonder eenige opvoeding genoten te hebben. Zij blijven daar meestal tot zij gaan trouwen, waartoe zij meestal genoodzaakt zijn. Hoe kan men verwachten dat in een huishouden, waar de man niet genoeg kan verdienen om zijne vrouw te onderhouden, spaarzaamheid heerscht? De man verdient ƒ 5 à ƒ 6 's weeks; het is dus noodig dat de vrouw er een paar gulden bij verdient.
Bij de minste ongelegenheid ontbreekt het hun aan de hulpbronnen, en soms beginnen zij maar een huishouden op te zetten, zonder dat er iets is.
5518. V. Gij hebt gesproken van verschillende oorzaken; zijn er, behalve de oorzaken door u opgenoemd, nog andere redenen?
A. Ik spreek alleen met het oog op mijn vak en de opdracht die ik ontvangen heb van den heer Ruys van Beerenbroek om feiten te verzamelen die betrekking hebben op het gevaar in de fabrieken. Er zullen nog wel andere oorzaken wezen, maar hoewel ik als dokter in het gesticht vele menschen te zien krijg, zoo kan ik minder oordeelen over het leven in de huisgezinnen. Wat ik daaromtrent weet heb ik meer van hooren zeggen, zoodat ik daarover à fond geen volkomen geheel kan geven. Eene dergelijke studie ligt minder op mijn weg.
5519. V. Goed, maar na de inlichtintingen die gij reeds hebt verstrekt, ligt het wel op onzen weg om te vragen naar dingen die gij wel kunt weten.
A. Ik zal met genoegen antwoorden.
5520. V. Gij hebt ons verschillende dingen medegedeeld, bijv. dat de kinderen zoo vroeg op de fabriek komen, dat zij nachtwerk moeten doen, en toen hebt gij ons verder verteld hoe die menschen leven, dat, zoodra zij tot leeftijd komen, zij al zeer spoedig genoodzaakt zijn te trouwen, enz. enz.
Is dat komen op de fabriek op 12jarigen leeftijd zoo algemeen?
A. Ja, al wat plaats kan vinden op de fabriek moet er heen, omdat de ouders niet in staat zijn de kinderen te onderhouden.
5521. V. Dat geschiedt uit een oogpunt van den kost te verdienen?
A. Ja, voor het geldelijk voordeel.
5522. V. Van uw standpunt, als man van kennis en oordeel, wat is dan uwe meening daaromtrent? Keurt gij het goed, of vindt gij het betreurenswaardig? Begrijpt gij dat er iets tot verbetering moet gedaan worden? Wij wenschen daaromtrent gaarne uwe meening te hooren.
A. Van mijn standpunt als dokter moet ik zeggen, dat de 12jarige leeftijd veel te jong is om de kinderen te dwingen om slavelijken arbeid te verrichten. Er bestaat natuurlijk een groot onderscheid in het werk dat te Maastricht verricht wordt. Ik vind het verschrikkelijk, dat een jongen van 12 jaar nachtwerk moet doen in de glasblazerij, en dagen achtereen van 's avonds 7 tot 's morgens 7 moet werken. De jongens zijn's morgens zoo af, dat zij zich niet meer op de been kunnen houden overdag. Zij moeten dan gaan slapen, terwijl andere kinderen schreeuwen; zij moeten wakker gemaakt worden om te eten en te drinken en gaan dus even vermoeid weêr naar de fabriek als zij er vandaan kwamen. Zij zien er dan ook zoo chétief, zoo mager en miserabel uit, dat het akelig is om aan te zien.
In Maastricht loopen veel menschen met kromme beenen. Men kan geen honderd passen doen of men ziet iemand met kromme beenen. Dat zijn glasblazers, die door het hangen en staan 's nachts in de fabrieken zoodanig vermoeid zijn, dat de ledematen zich daardoor verkrommen. Het is dus wenschelijk om de jongens zoo vroeg niet naar de fabrieken te zenden.
5523. V. Gij hebt ons veel medegedeeld wat stof geeft tot nadenken en nadere bespreking en wat inderdaad niet onbelangrijk is.
Uw indruk dus van die opkomende fabrieksbevolking is verre van gunstig, wat den physieken toestand betreft?
A. Ja, zij zijn slecht gevoed, vooral in den slechten tijd.
5524. V. Gij hebt ons0 ook gewezen op den schadelijken invloed van den arbeid, die van die jonge schepsels gevorderd wordt, welke duidelijke sporen nalaat in den bouw en den geheelen gezondheidstoestand van het lichaam?