5022. V. Hoe lang werkt gij?
A. Van 's morgens 5 tot 's avonds 6 uur.
5025. V. Dus 's avonds en 's nachts werken komt niet te pas?
A. Als er een mankeert, wel, maar dan wordt men apart betaald.
5026. V. Maar dat is uitzondering, niet waar?
A, Ja, en het geschiedt uit vrijen wil.
5027. V. Werkt gij met twee ploegen?
A. Ja.
5028. V. Eene dag- en eene nachtploeg?
A. Ja, maar wij wisselen af.
5029. V. Om hoe laat komt gij op, als gij bij de nachtploeg zijt?
A. 's Avonds om 6 uur.
5030. V. En dan blijft ge tot?
A. 7 uur of half acht.
5031. V. En op den Zondag wisselt gij om?
A. Ja.
5032. V. Dus dat is nog al uit te houden? - A. Ja.
5033. V. Van Dam, hebt gij bij defiltrage ook eene dag- en eene nachtploeg?
A. Getuige Van Dam: Ja.
5034. V. Zijt gij des Zondags vrij?
A. Ja, om de andere week val ik in de nachtploeg.
5035. V. Des Zondags hebt gij geen werk over dag?
A. Neen, alleen tegen Nieuwjaar, als het een beetje druk is, dat duurt een week of 6, 7.
5036. V. Maar dat komt zelden voor?
A. Onlangs hebben wij twee Zondagen gewerkt.
5038. V. Waart gij blij toen gij van die beenzwartbranderij afwaart?
A. Ja, natuurlijk, want ik ging meteen wat hoogerop, toen had ik 7½ gulden en nu 9 gulden 's weeks.
5039. V. En het werk?
A. Dat is niet zwaarder.
5040. V. Vondt gij dan het andere werk lichter?
A. Ja, het was wel lichter, maar het was warm en gaf meer stof, want als ik 's middags voor mijn eten kwam, had ik zoogezegd geen trek, van de stof.
5041. V. Als gevolg van het hoesten?
A. Van het hoesten en zoo.
5042. V. En nu werkt gij in de open fabriek?
A. Jawel, maar nog in het beenzwart.
5043. V. Ja, gij werkt er mede, maar gij zit niet in de branderij?
A. Neen, het stuift zoo erg niet.
5044. V. Zijn er jongens bij u in de fabriek?
A. Jawel.
5045. V. Hoeveel?
A. In de branderij 12, vroeger waren er 32, maar nu in de werkerij anders; doordat wij andere fornuizen gekregen hebben, kon mijnheer het met minder jongens af.
5046. V. In die beenzwartbranderij alleen 32 jongens?
A. Vroeger, ja; in elke ploeg waren 16 jongens.
5047. V. Hoe oud waren die?
A. 15, 16, 17, 18 jaar.
5048. V. Komen die gelijk met ulieden op?
A. Ja.
5049. V. Dezelfde uren over dag en des nachts?
A. Ja.
5050. V. En thans zijn er minder jon gens?
A. 12 of 14.
5051. V. Hebben die dezelfde werkuren?
A. Ja, zij komen des avonds om 5 uur en gaan den volgenden morgen om 7 uur naar huis. Wij komen een uur later, maar gaan ook eerst om 8 uur 's morgens naar huis. Wanneer er echter in het pakhuis niet veel werk is, dan mogen wij wel eens een half uur of een uur vroeger naar huis.
5052. V. Wordt gij per week of per uur betaald?
A. Per week.
5053. V. Dus wanneer de patroon u een uur vrij af geeft, dan is dat winst?
A. Ja.
5054. V. Hoeveel verdient ge per week?
A. f 9.
5055. V. En gij, Blomberg?
A. Getuige Blomberg: f 11 per week.
5056. V. Getuige Van Dam, wat verdienen de jongens bij u op de fabriek?
A. f 5, f 5,50, f 6 tot f 9 toe.
5057. V. Blomberg, kunnen de jongens het nog al goed uithouden?
A. Getuige Blomberg: Wat het werken betreft zeer wel. Het zit voornamelijk in de warmte.
5058. V. Warm kan het er dus zijn?