Apollo's vastenavond-gift. Voorzien met de nieuwste en aangenaamste minne- harders- en bruylofs gezangen(ca. 1750)–Anoniem Apollo's Vastenavond-Gift. Voorzien met de Nieuwste en Aangenaamste Minne- Harders- en Bruylofs gezangen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Zang van Melinte aan Ariane, onder de naam van Cloris. Stem: Het was een jonger Held. MOet ik, ô droeve nagt! Die stadig in my tragt Myn zwaare druk t'ontwaken, Wyl al wat levend is, Rust in uw duisternis, Niet dan naar klagen haken? 2.[regelnummer] Ach! zent my tog de troost, Die myn verdriet verpoost, Op dat ik rust mag vinden. Zwyg tog dat my verdriet, Uw Cloris is hier niet, Want 't zou my gantsch verslinden. 3.[regelnummer] 'k Zie dat de Maan, verbleekt, Zig voor de Zon versteekt, Die, ryzend', haar doet duiken, Wyl my de slaap nog heeft, Van wat op aarden leeft, Geen oogen toe doen luiken. 4.[regelnummer] De nagt is zonder rust, De dag zyn ligt geblust, Nu ik uit Cloris oogen, My dus gescheiden vin, Ach! Hemel, door haar min, Schyn ik in uw getogen. [pagina 77] [p. 77] 5.[regelnummer] Bodin van 't lieve ligt, Godin, die uw gezigt Verligt hebt in haar lonken, Die 'k met gebeden eer, Wat zegt gy? koomt zy weer? Gy word met dank beschonken. 6.[regelnummer] Of zeg, Auroor, koomt gy Aanbrengen, ziet, hoe bly Koomt 's werelds ligt aandagen? Gy koomt vergeefs, en moogt Uw koetze, van die hoogt', Wel weêr te rugge jagen. 7.[regelnummer] Gy koomt, als zonder troost, Al wenend' uit het oost. Wilt gy myn smert beweenen? Hoe koomt het dat ik dy, In 't treuren zie zoo bly, Of boodschapt gy met eenen. 8.[regelnummer] Dat hier wel haast zal zyn, Het Schoon, daar ik om kwyn? Daar is de Hemel tegen, Ei, zoekt haar, die my ligt, Zoo ik u ooit verpligt', Tot weerkomst te bewegen. Vorige Volgende