Apollo's vastenavond-gift. Voorzien met de nieuwste en aangenaamste minne- harders- en bruylofs gezangen
(ca. 1750)–Anoniem Apollo's Vastenavond-Gift. Voorzien met de Nieuwste en Aangenaamste Minne- Harders- en Bruylofs gezangen– Auteursrechtvrij
[pagina 74]
| |
Kan myn klagende Herd'rin
Niet bewegen, zoud haar zin
Dan door uw gekwel verdwynen.
2.[regelnummer]
Ik kan de boomen en de wilde bergen
Ligt vermurruwen met myn klagt,
Ik kan de kuilen tot meedogen vergen;
Maar helaas nimmer 't gedagt,
Dat my eeuwiglyk belagt:
Hoe zoud' gy dan arme lamm'ren
Die de grasjes naauw beweegt,
Hoeden, daar g' u toe beleegt
Van uw Herder zoo veel jamm'ren.
3.[regelnummer]
Nut weer de kruitjes en de groene bladen,
G'lykerwys als gy plagt wel eer;
Wilt u weêr met uw' watertjes verzaden,
Of uw' vleesje raakt in 't verteer,
Dat zou haar behagen meer.
Want wat myn profyt kan staken,
Wat myn zin en geest ontstelt,
Wat my myn gedagten kwelt,
Wil zy steets met vleit na haken
4.[regelnummer]
Neen Schaapjes, geeft u liever tot het treuren;
Ziet de Beekjes, ziet het kruit,
Men weet niet wat 'er zou konnen gebeuren,
Als myn klagelyk gefluit
Wert gesterkt door het geluit
Van de lieden, dat gy ook klaagt,
Of vermaakt haar stenig hert:
Myn gekwel maakt, dat uw' smert
Haar te meermalen dan behaagt.
|
|