Apollo's vastenavond-gift. Voorzien met de nieuwste en aangenaamste minne- harders- en bruylofs gezangen(ca. 1750)–Anoniem Apollo's Vastenavond-Gift. Voorzien met de Nieuwste en Aangenaamste Minne- Harders- en Bruylofs gezangen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Herders-klagt. Stem: Verdwaalde Koninginne. HOe lang zal waarde Phillis Uwreede wrevel duren, Daar gy weet wat myn wil is Hoe lang zal ik de uren Myns jonge jeugts Vol ongeneugts Doorbrengen, en vol klagen Myn droeffenis Ha Nymphjen! is Niet langer om te dragen? 2.[regelnummer] Zal ik des daags wat eten De spys wast in myn tanden, Den nagt wort staeg versleten In wenen. Als uw' banden Meest knellen, dan Zoo vlieg ik van Myn bed en uit myn deuren, En roep en zugt Dat d'heele lagt Van bangigheid wil scheuren 3.[regelnummer] Ey ziet de wilde baren Weergalmen van myn stenen, De Boomen ook verklaren De oorzaak van myn wenen: Het gantsche Veld Is heel ontstelt Om my, de grasjes schreyen Als ik by nagt Myn nare klagt Laat tot de wolken waayen. 4.[regelnummer] Als ik in 't flikk'rig dagen Zit aan ons klare stroomen, De Goon om hulp te vragen, Zie ik de Visjes komen Meedogend met Het geen my let Om hoog op 't Waterspelen, 't Wyl 't pluimgediert Vast tiereliert, En zoekt myn pyn te strelen. 5.[regelnummer] Myn brak bedoude oogen, [pagina 39] [p. 39] Die konnen alle Dieren Bewegen tot meedogen, Maar u haar niet toe stieren; Ja klagt nog smert En kan uw hert Nog stalen boezem snyen, Nog AEtnaas brand Uw ingewand Van 't killig Ys bevryen. 6.[regelnummer] Denkt Phillis om de Goden Denkt Phillis om de wraken, Alschynd gy die ontvloden, Zy kunnen nogtans raaken, Haar goedigheid Wel wat verbeid; De straf heeft loode voeten: Maar d'hand van staal Kan t'eenemaal Haar traagheids schaden boeten. 8.[regelnummer] Als gy tot grooter jar[e]n Zult Nymf dan zyn gekomen, Zuld gy uw' lust tot paren Niet lichtelyk betoomen; Wie zal d'er zyn Die uwe pyn Dan zoeken zal te stillen; Die gy nu vlied Zal uw dan niet. Om uwe rimpels willen. 9.[regelnummer] Begeeft u dies tot trouwen 't Wyl u uw' jeugt komt noden Zoo krygt gy geen berouwen, Dat gy d'Echt hebt gevloden. Ach Phillis ach! Myn naar geklag Verandert dan in vreugden, En u ontmoet Weer 't hoogste zoet, In uwe Lentens jeugden! Vorige Volgende