Apollo's St. Nicolaas-gift aan Minerva(1741)–Anoniem Apollo's St. Nicolaas-gift aan Minerva– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 39] [p. 39] Herders-klagt. Op een Aangename Wys. 1. Ik ginger lest wandelen aan een Fonteyn, En daar onmoete my een Mooy Meysje feyn, En daar ontmoete my een Schone Veld-Godin, Zy speelt 'er gestadig in myn Zin. 2. Zy Speelt 'et zeer Lieslyk op haar Fluyt, En zy wel Herder ik ben de Bruyt. Ik en mag voortaan geen Jonkmans spreken aan, Want het Vryen dat is verre met myn gedaan. 3. Weetje watje gisteren Avond deed, Hebje niet Gezworen enen Eed; Hebje niet Gezworen al by u Trou, Dat ik uwen Dienaar wezen zou. 4. Herder, en dat weet 'er ik zo wel, Trouwen dat is 'er geen Kinder-spel, En of gy my Bemint, en ik Bemin jou niet, Daarom vertrekt vry Herder na een ander ziet. [pagina 40] [p. 40] 5. Wel Adjeu dan Spytige Harderin, Wel Adjeu myn overschoon Godin, En als ik dan niet Trouwen mag, Zoo Kust my eens voor 't laatste goeden dag. Vorige Volgende