Apollo's kermis-gift aan de Haagsche vermaaksgesinde jeugd. Deel 2
(1750)–Anoniem Apollo's kermis-gift– AuteursrechtvrijStem:
| |
[pagina 117]
| |
2. Een gelukkige overweeging,
Die ligt Venus zelve dêe,
Bragt haar hartjen in beweeging
En verjoeg haar fierheid mêe.
Want verrukt vergeetze 't vreezen.
Zy vergeet te denken, dat
Zy alleen in 't bosch mogt weezen,
Laat en verre van de Stadt.
3. Dit quam driftig aangestreeken
Kupido my zeggen aan;
Juist als ik wat afgeweeken
Quam my roosje tegen gaan.
Vreest gy, zei ik, dan geen gieren.
Maken u geen Wolven schuw!
O! neen, zeidze, voor die dieren
Vrees ik niet, maar wel voor u.
4. Door de minnedrift verwonnen,
Eenzaam by dit schoone beelt,
Had ik alles schier begonnen.
Ach! wat heeft'er aan gescheelt!
Dat, myn stoutheid als verdweenen
Om myn yver te voldoen,
Ik haar hand eens druk en heenen
Ga, te vreeden met een zoen!
|
|