Apollo's kermis-gift aan de Haagsche vermaaksgesinde jeugd. Deel 2
(1750)–Anoniem Apollo's kermis-gift– AuteursrechtvrijStem: Wel fiere Vrouwtjes &c.KOm manke smitje maak m'een kroes,
Die bequaam is tot een roes.
Wyd van mondstuk, ruim van grondstuk
Daar in een stoops fles rynse wyn
Teffens mag in gegooten zyn.
2. Dryf my daar op de Wapens niet
Van dien God die grimmig ziet:
Geen rondassen, Geen karkassen,
Geen pieken, zwaarden nog kanon,
Nog den buit, die Ulisses won.
3. Maar dryf'er konstig rondom heen
| |
[pagina 55]
| |
Bolle Bachus met Sileen,
Die daar danssen, 't Hooft met kranssen
Van vroolik eiloof, groen van blad,
Dat met een Wynrank zy omvat.
4 Laat daar een Lustprieel op zijn
Daar je roosen en Jasmijn,
Alle kanten, Om moet planten:
Neem tot het lieflijk cierlik dak
Een volle bolle druivetak.
5 Dryf daar een grond die'k hebben wil
Van fyn klaver en kamil:
Stel het Minnewigt daar binne
By de drie Graatien gevoegt,
Dartel, vrolik en vernoegt,
6 Maar tot volmaking van het werk,
Dryf ten midden in dat perk
rozemondje, Myn lief blondje,
Tusschen kupid' en evan in,
Daar zy my kroon' met hare Min.
|
|