Apollo's kermis-gift aan de Amsterdamsche Juffers. Derde deel
(1746)–Anoniem Apollo's kermis-gift– Auteursrechtvrij
[pagina 67]
| |
Wyze: Maakje klaar, maakje klaar.1.
't IS gedaan, 't is gedaan,
Bruydje Lief je moet 'er aan,
Daar valt geen praten tegen;
De stryd en is zo vinnig niet,
Want zelden daar geen wond geschied,
Daarom weest niet verlegen.
2.
Of hy al, of hy al,
Wil bestormen uwen wal,
Met Bomben en Cartouwen,
Al komt hy zelfs met steek geweer,
Die steken doen je niet eens zeer,
Je meugt hem wel vertrouwen.
3.
ô Die stryd! ô die stryd!
Maakt het heele Lyf verblyd,
Zo als je zult bevinden,
Ik wed je Morgen, dorstje maar,
Hoe je was by en in malkaar,
Snakken zou aan de Vrinden.
4.
Nou je zult, nou je zult
Heb nog slegs een wyl gedult;
| |
[pagina 68]
| |
Haast de vreugt gevoelen;
Ik word 'er zelve Haanig van,
Als ik bedenk hoe Vrouw en Man,
t'Zamen dan krioelen.
5.
'k Wens je lang, 'k wens je lang
Met vermaak meugt gaan je gang,
En stadig binnen 't Jaartje,
Door zulk een storm en Wolven dans
Verkrygt een Klaas, Jan, Heyn of Frans
Al Jongens als haar Vaartje.
|
|